De Jordaanse autoriteiten hebben onlangs een officiële klacht ingediend bij de Israëlische ambassade in Amman, daarbij verwijzend naar de manier waarop Israëlische toeristen zich gedragen tijdens hun bezoek aan het Hasjemitisch Koninkrijk.
De klacht bracht het ministerie van Buitenlandse Zaken ertoe een senior panel bijeen te roepen om de zaak te bespreken, waaronder de Israëlische ambassadeur in Jordanië, Yaakov Rosen, hoofd van het Jordaanse bureau van het ministerie, Tuvia Israeli en Amnon Kalmar, hoofd van de afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor Israëli's in het buitenland; evenals vertegenwoordigers van het Ministerie van Toerisme en het Bureau voor Terrorismebestrijding.
Maar wat hebben de Jordaniërs zo van streek gemaakt? De Israëlische toeristen, zegt Amman, blijven een van de basistoeristische wetten van Jordanië overtreden, waarbij elke groep van zes of meer toeristen wordt vergezeld door een lokale gids. Jordan zegt dat de Israëli's één voor één de grens oversteken en pas later een groep vormen.
Bovendien breken Israëlische toeristen het protocol door naar gebieden in de buurt van de Jordaanse grens met Irak en Saoedi-Arabië te reizen, en door zich te dicht bij militaire faciliteiten te wagen.
En alsof dat nog niet genoeg is, beweren de Jordaniërs dat de Israëli's die naar Petra reizen, de verplichte tol van 25 dinar ($ 35) niet betalen; ze kamperen illegaal in nationale parken en zijn onbeleefd tegen lokale wetshandhavers.
In een ander geval zouden Jordaanse troepen betrokken zijn geweest bij een slopende reddingsoperatie van een Israëlische vrouw die door een schorpioen werd gebeten. Bij aankomst in het ziekenhuis weigerde de vrouw echter naar verluidt te worden behandeld door Jordaanse artsen, waarbij ze hen diep beledigde.
