Meer dan duizend mensen kregen vandaag geen glimp te zien van Edvard Munch's beroemde schilderij 'De Schreeuw' toen de veiligheidsagenten van Oslo staakten en musea in de Noorse hoofdstad moesten sluiten.
Het Munch Museum, dat de grootste collectie werken van de beroemdste schilder van Noorwegen herbergt, bleef vandaag gesloten voor bezoekers nadat beveiligingspersoneel zich had aangesloten bij een landelijke staking.
Het museum, gelegen in Toyen, ten oosten van het stadscentrum, werd gedwongen de beveiliging te herzien nadat "The Scream" en een ander Munch-meesterwerk, "Madonna", in augustus 2004 tijdens een gewapende overval werden gestolen. De schilderijen werden twee jaar later teruggevonden en hersteld. Sindsdien zijn de veiligheidscontroles verscherpt om een herhaling van de inval van 2004 te voorkomen.
"De beveiliging is niet hoog genoeg voor bezoekers", zei Lise Mjoes, adjunct-directeur van het museum, in een telefonisch interview in Oslo. “Munch is de bekendste artiest buiten Noorwegen. Jammer voor de bezoekers."
Meer dan 2,400 beveiligingsmedewerkers in het hele land staken na het mislukken van de loononderhandelingen. Het Munch Museum moest vandaag zo'n 500 bezoekers afwijzen. De vakbond van veiligheidsarbeiders heeft gedreigd de staking te verlengen als hun eisen voor hogere lonen niet worden ingewilligd.
De National Gallery, die een tweede versie van 'The Scream' heeft, ook geschilderd door Munch, zal ongeveer 1,000 bezoekers per dag moeten afwijzen, aldus woordvoerster Elise Lund van de galerij. Het Noorse Architectuurmuseum wordt ook getroffen door de industriële actie. Het beveiligingspersoneel van de musea in het weekend wordt niet getroffen door de staking, zei Lund.
Dreiging om te escaleren
De Noorse vakbond van algemene arbeiders heeft gedreigd de staking op 21 juni te laten escaleren als werkgeversvertegenwoordigers en vakbonden het niet eens worden over de lonen. De staking veroorzaakt ook verstoringen op luchthavens, geldautomaten en door de staat gerunde slijterijen.
Munch stierf in 1944. Hij liet zijn werken na aan de stad Oslo.
