XIAHE, China – Labrang, een Tibetaans boeddhistisch klooster dat beroemd is om zijn heilige geschriften en schilderijen, was bijna verlaten tijdens de meivakantie.
Een paar pelgrims in traditionele gewaden draaiden gebedsmolens. Verscheidene jonge monniken schopten een voetbal op een onverhard veld.
Toerisme, een economische levensader voor velen in deze chronisch arme regio, is ingestort sinds het Tibetaanse protest tegen de Chinese overheersing in maart over een brede strook van West-China oplaaide, waardoor Peking het gebied met troepen overspoelde. Buitenlanders zijn nog steeds verboden en tot voor kort kregen Chinezen het advies om weg te blijven.
In de afgelopen jaren kwamen busladingen toeristen naar de stad Xiahe in de provincie Gansu, met zijn 18e-eeuwse Labrang-klooster. Een reclamebord roept het gebied uit tot een "AAAA-kwaliteit schilderachtige toeristische plek."
Het aantal bezoekers is met meer dan 80 procent gedaald ten opzichte van de 10,000 van vorig jaar, zei Huang Qiangting van het Xiahe Tourism Bureau.
"Het komt door de incidenten in maart", zegt Yuan Xixia, manager van het Labrang Hotel, waarvan de 124 kamers grotendeels leeg waren tijdens de meivakantie van vorige week. "Ik heb al dagen geen tourbus op straat gezien."
Medio maart werden twee dagen van protesten in Xiahe gewelddadig, waarbij demonstranten ramen in overheidsgebouwen insloegen, Chinese vlaggen verbrandden en de verboden Tibetaanse vlag vertoonden. Het is nog onduidelijk hoeveel doden of gewonden er zijn gevallen. Bewoners zeiden dat sommige Tibetanen stierven, terwijl de Chinese media in maart alleen verwondingen meldden aan 94 mensen in zowel Xiahe als omliggende steden, voornamelijk politie of troepen.
Sommigen verwachten dat de zaken rustig blijven tot na de Olympische Spelen van Peking in augustus, wanneer de reisbeperkingen mogelijk verder worden versoepeld. Donderdag was het stil op straat nadat de Olympische fakkel de top van de Mount Everest had bereikt, een piek die door Tibetanen als heilig wordt beschouwd.
Een verkorting van de meivakantie dit jaar van zeven naar drie dagen droeg bij aan de daling van het toerisme. Maar de meeste leidinggevenden in de sector zeiden dat de rellen en de gespannen veiligheid de belangrijkste boosdoeners waren.
Het getroffen gebied omvat niet alleen Tibet, maar ook de nabijgelegen provincies Gansu, Qinghai en Sichuan, die al eeuwenlang omvangrijke Tibetaanse gemeenschappen hebben.
Ten zuiden van Xiahe blijven vijf provincies afgesloten in Sichuan, waar vorige maand opnieuw protesten opborrelden, onderdeel van de meest wijdverbreide demonstraties tegen de Chinese overheersing sinds de Dalai Lama bijna een halve eeuw geleden naar het buitenland vluchtte.
Nabijgelegen gebieden die open zijn, zoals Jiuzhaigou, een schilderachtige vallei van meren en watervallen omringd door bergen, zien minder bezoekers, aldus reisbureaus.
"Dit was vroeger het heetste seizoen voor toeristen", zei een vrouw die werkte in het Forest Hotel in de provincie Aba in Sichuan, waar de meeste onrust plaatsvond. Ze gaf alleen haar achternaam, Xie. “Maar we hebben sinds maart geen reisgezelschappen meer gezien.”
Ondertussen zijn in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa, waar volgens de Chinese autoriteiten 22 mensen omkwamen bij gewelddadige rellen half maart, hotels bijna leeg aan wat het begin van het drukke toeristenseizoen zou moeten zijn.
In het Lhasa Hotel was slechts de helft van de 400 kamers bezet, zei een medewerker, Zhuoma, telefonisch bereikbaar. Zoals veel Tibetanen gebruikt ze één naam.
De terugval in het bedrijfsleven is een klap voor een ruig exotische maar arme regio waar de overheid het toerisme heeft aangemoedigd om een broodnodige boost te geven.
Er was een toeristenhausse aan de gang in Tibet, waardoor een nieuwe vraag naar gidsen, hotels en andere diensten ontstond. Tibet had vorig jaar 4 miljoen bezoekers, 60 procent meer dan in 2006, aldus het officiële Xinhua News Agency, gestimuleerd door een nieuwe hogesnelheidslijn naar Lhasa. De inkomsten uit toerisme bereikten 4.8 miljard yuan (687 miljoen dollar, 480 miljoen euro), meer dan 14 procent van de economie.
Peking wil graag dat het gebied weer populair wordt. Staatsmedia hebben talloze vrolijke stukken gedraaid over het leven dat weer normaal wordt.
"Tijdens de meivakantie begon een stroom Chinese toeristen aan te komen in etnische Tibetaanse gebieden in West-China, wat de hoop op een opleving in de toeristenindustrie na de onrust in maart deed ontstaan", staat in een rapport van Xinhua.
"Lhasa lijkt drukker en levendiger dan ik me had voorgesteld", zei toerist Wang Fujun uit de zuidwestelijke stad Chengdu op Xinhua terwijl hij foto's maakte voor het Potala-paleis.
Maar die indruk leek overdreven in Xiahe.
"Sinds wat er in maart is gebeurd, durft niemand hier meer te komen", zegt een groente- en fruitverkoper langs de weg, die zoals velen weigerde zijn naam te geven uit angst voor represailles van de autoriteiten.
“In deze tijd van het jaar zijn de straten en hotels meestal vol. Normaal verkoop ik al mijn producten op één dag", zei de verkoper, wijzend naar aardbeien en watermeloenen die naast prei en sla lagen opgestapeld. "Nu heb ik drie dagen nodig om hetzelfde bedrag te verkopen."
Winkeliers zitten lusteloos achter glazen toonbanken of voor hun winkels te kletsen met buren. Tibetaanse leren riemen met muntjes, populair bij Japanse toeristen, hangen onverkocht in een klein winkeltje. Eetgelegenheden bieden slechts beperkte menu's, het gebrek aan klanten ontmoedigt eigenaren om eten te kopen.
“Vorig jaar was deze plek elke dag vol. Toeristen uit heel China, maar ook uit Frankrijk, Duitsland en Engeland”, zei de eigenaar van een café met 50 zitplaatsen dat een lokale specialiteit van gebakken rijst met rundvlees, kipburgers en frietjes in westerse stijl serveert. "Dit jaar? Niemand."
iht.com
