De Amerikaanse president Donald Trump heeft een inreisverbod ondertekend voor onderdanen van zeven Afrikaanse landen: Tsjaad, Congo, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Libië, Somalië en Soedan. Hij verwees naar vermeende terroristische dreigingen en verhoogde visumoverschrijdingen als rechtvaardiging voor zijn besluit, dat naar verwachting op 9 juni ingaat.
Het verbod werd gisteren bekendgemaakt in een uitvoerend besluit en maakt deel uit van een breder immigratiebeleid dat gericht is op 12 landen; hieronder vallen zeven Afrikaanse landen, plus Afghanistan, Myanmar, Haïti, Iran en Jemen.
Daarnaast behoren Burundi, Sierra Leone en Togo tot een groep van zeven andere landen die te maken hebben met gedeeltelijke beperkingen onder deze richtlijn, die de toegang via bepaalde visumcategorieën beperkt. De overige getroffen landen zijn Cuba, Laos, Turkmenistan en Venezuela.
Volgens Trump dienen Libië en Somalië als rekruteringsgebied voor terroristische organisaties die de Amerikaanse nationale veiligheid bedreigen. Andere landen zijn onderworpen aan beperkingen vanwege ofwel een "onacceptabel" aantal visumoverschrijdingen ofwel het ontbreken van een "bevoegde" autoriteit die verantwoordelijk is voor paspoortuitgifte en adequate veiligheidscontroles.
"De beperkingen... die door deze proclamatie worden opgelegd, zijn noodzakelijk om de medewerking van buitenlandse regeringen te verkrijgen, onze immigratiewetten te handhaven en andere belangrijke doelstellingen op het gebied van buitenlands beleid, nationale veiligheid en terrorismebestrijding te bevorderen", aldus president Trump.
"Ik moet handelen om de nationale veiligheid en de nationale belangen van de Verenigde Staten en haar bevolking te beschermen", voegde de Amerikaanse president eraan toe, terwijl hij opmerkte dat hij tegelijkertijd toegewijd blijft aan het samenwerken met landen die bereid zijn om samen te werken en de geïdentificeerde zorgen op te lossen.
Bij de aankondiging van het nieuwe inreisverbod verklaarde Dahir Hassan Abdi, de Somalische ambassadeur in de VS, dat Mogadishu “zijn duurzame relatie” met Washington waardeert en “bereid is deel te nemen aan gesprekken om de opgeworpen kwesties aan te pakken.”
Dit is niet de eerste keer dat Trump het verbod gebruikt om reizen vanuit bepaalde landen te beperken. Tijdens zijn eerste ambtstermijn voerde hij in 2017 en 2020 inreisbeperkingen in voor verschillende landen met een moslimmeerderheid en Afrikaanse landen. Deze maatregelen stuitten op aanzienlijke juridische en diplomatieke tegenstand, maar werden uiteindelijk in 2018 bekrachtigd door het Amerikaanse Hooggerechtshof. Kort na zijn aantreden in 2021 hief voormalig president Joe Biden deze verboden op en bestempelde ze als discriminerend.
Trump beschuldigde de regering-Biden er herhaaldelijk van een 'opendeurbeleid' te voeren dat, volgens hem, miljoenen ongedocumenteerde immigranten in staat heeft gesteld illegaal in de VS te verblijven.
In een videoboodschap die door het Witte Huis werd vrijgegeven, verklaarde Trump dat een recente aanval op een pro-Israëlische demonstratie in Boulder, Colorado, “de extreme dreiging” voor de VS had benadrukt “die ontstaat door de binnenkomst van buitenlanders die niet adequaat zijn gescreend.”
