Een aantal internationale luchtvaartmaatschappijen heeft hun vluchten naar Israël opgeschort na de ballistische raketaanval van Houthi op luchthaven Ben-Gurion op 4 mei. Hoewel sommige luchtvaartmaatschappijen inmiddels hun vluchten hebben hervat, hebben andere ervoor gekozen hun vluchtopschorting te verlengen. Zij beroepen zich daarbij op zorgen over de veiligheid van zowel passagiers als bemanning vanwege de aanhoudende instabiliteit in de regio.
Verschillende luchtvaartmaatschappijen hebben hun routes voor een aantal dagen of weken opgeschort, met de mogelijkheid van verdere verlengingen, omdat de luchtvaartmaatschappijen hun terugvluchtdata na evaluaties steeds hebben uitgesteld.
Air France en de Poolse luchtvaartmaatschappij LOT hebben hun vluchten opgeschort tot 26 mei; Iberia uit Spanje tot 31 mei; airBaltic tot 2 juni; ITA uit Italië tot 8 juni; Ryanair tot 11 juni; de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij United Airlines heeft haar route opgeschort tot 12 juni; en Air India tot 19 juni.
Lufthansa Group, bestaande uit Lufthansa, SWISS, Austrian Airlines, Brussels Airlines en Eurowings, heeft de vluchtopschorting naar Israël verlengd tot en met 8 juni. Daarnaast zijn talloze vluchten van en naar Tel Aviv die voor juni gepland stonden, uit de dienstregeling geschrapt.
Air Canada, dat aanvankelijk in juni de vluchten naar Israël zou hervatten, heeft verklaard dat dit op dit moment niet zal gebeuren.
British Airways heeft vandaag ook een verlenging van de opschorting van vluchten van en naar Israël aangekondigd tot en met 31 juli. Eerder had BA alle vluchten opgeschort tot medio juni.
In dezelfde geest heeft Air France de vluchtopschorting verlengd van 24 mei tot 26 mei. Het is echter nog niet bekend of deze pauze na 26 mei wordt verlengd.
Gezien al deze opschortingen hebben buitenlandse luchtvaartmaatschappijen het Israëlische ministerie van Transport verzocht een speciale veiligheidssituatie af te kondigen en tijdelijk de rechten op compensatie van passagiers te beperken om de hervatting van vluchtdiensten naar het land te vergemakkelijken.
Volgens de luchtvaartwetgeving zijn buitenlandse luchtvaartmaatschappijen verplicht om de passagier een alternatieve vlucht aan te bieden als een vlucht minder dan 14 dagen voor vertrek wordt geannuleerd. Gezien het huidige tekort aan beschikbare stoelen zijn de kosten voor het regelen van een alternatieve vlucht echter aanzienlijk hoger, en onredelijk hoog, dan het tarief dat de passagier oorspronkelijk aan de luchtvaartmaatschappij heeft betaald.
Luchtvaartmaatschappijen proberen ook hun verantwoordelijkheid om hotelaccommodatie voor maximaal twee nachten aan passagiers aan te bieden bij annuleringen van vluchten tot een minimum te beperken. Ook proberen ze vrijstelling te verkrijgen van de verplichting om financiële compensatie te bieden die verder gaat dan de vergoeding van ticketprijzen voor vluchten die gepland staan om te vertrekken op 5 mei en door te gaan tot het einde van de noodsituatie.
Ondertussen hervatte de Hongaarse budgetmaatschappij Wizz Air vorige week haar vluchten naar Tel Aviv.
Greek Aegean Airlines hervatte deze week haar vluchten naar Tel Aviv. Daarmee is het een van de eerste Europese luchtvaartmaatschappijen die haar vluchten hervat, nadat de vluchten vanwege de aanval waren stilgelegd.
Delta Air Lines, een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij, hervatte maandag haar dagelijkse rechtstreekse vlucht van JFK Airport in New York naar Tel Aviv. De luchtvaartmaatschappij zei dat dit besluit is genomen na een grondige risicoanalyse en dat ze de situatie nauwlettend zal blijven volgen.
Daarnaast heeft de Israëlische luchtvaartmaatschappij Arkia aangekondigd dat ze vanaf 20 juni wekelijkse rechtstreekse vluchten naar de Seychellen gaat aanbieden, aangezien Air Seychelles haar route naar Israël tot augustus heeft opgeschort.
